Juf Sylvia
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Het thema van het startpunt is ‘Ons land’.

Welke indrukken hebben wij van Nederland? Hebben we allemaal dezelfde indrukken? Hoe kunnen we erachter komen wat voor indrukken andere mensen van Nederland hebben?

 

Stap 1:

In je groepje ga je uitzoeken wat Nederland betekent voor verschillende mensen – bijvoorbeeld voor andere kinderen op school, voor leerkrachten, ouders, familieleden, kennissen en oudere mensen.

Hiervoor ga je verschillende mensen interviewen.

Met je groepje spreek je af wie je gaat interviewen zodat je van verschillende leeftijden informatie hebt.

Ga uitzoeken wat mensen het fijnst vinden aan Nederland. 

Stap 2:

Bij de volgende keer ga je uitkomsten van het interview samen bespreken. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen.

 

(Advertentie)

Hoe denken jullie dat kunstenaars hun indrukken van de wereld weergeven.

Je gaat nu een groepswerk (tekening) maken van een ‘kunstenaar’ die met zijn of haar werk bezig is!

Het is de bedoeling dat je rond de tekening ook aantekeningen maakt  waarin je aangeeft wat de kunstenaar allemaal doet en welke materialen hij of zij gebruikt. 

 

Op vrijdagochtend gaan we deze groepswerken bespreken.

 

(Advertentie)

Al sinds de Prehistorie (de eerste grotschilderingen zijn 38.000 jaar oud) bedenken kunstenaars in alle samenlevingen en alle landen manieren om de zichtbare (en onzichtbare) wereld te interpreteren. Kunst heeft alles te maken met observeren en met goed leren kijken en zien. Franse studenten aan de kunstacademie oefenden vroeger jarenlang op het zeer gedetailleerd naschilderen van werken van oude meesters, maar abstracte schilders hebben laten zien dat kunst ook ons gevoel kan uitdrukken – het gaat niet alleen maar om vaardigheid en techniek – “schilder wat je voelt, niet wat je ziet”, zo luidde hun boodschap. In deze unit worden de kinderen meegenomen op een korte reis door de kunstgeschiedenis, met als reisleiders de impressionisten, kubisten en abstract expressionisten. Ze maken ook kennis met de Stijl die de aanzet geeft tot de moderne kunst en de schilders Rembrandt van Rijn en Vincent van Gogh. Onderweg gaan de kinderen de vaardigheden leren die ze nodig hebben om hun eigen indrukken van de wereld te uiten

(Advertentie)

Een revolutie in de kunst In de jaren ’50 van de negentiende eeuw oefenden studenten op de kunstacademies jarenlang in het kopiëren van de technieken van meesters uit het verleden. Het Neoclas-sicisme en de Romantiek waren in die tijd de favoriete schilderstijlen. Maar de wereld buiten de academies was een wereld in verandering. Industrialisatie en revoluties in Europa veranderden de manier van denken van kunstenaars. Realistische schilders rebelleerden door gewone mensen te schilderen, in alledaagse (vaak sombere) taferelen – boeren zwoegend op het land of arbeiders die zich afbeulden in staalfabrieken. De uitvinding van de fotografie beïnvloedde de kunst ook. Waarom zou je proberen om in een schilderij een fotografische gelijkenis te realiseren als een camera dat voor je kan doen? Door de industrialisering ontstond een nieuwe rijke middenklasse, met een grote vraag naar portretten. Traditionele portretschilders konden deze enorme vraag niet aan, makers van zogenaamde ‘Daguerreotypes’ (een voorloper van onze foto‘s) konden dat wel.

Japanse kunst

Aan het eind van de negentiende eeuw, toen de communicatie met Japan gemakkelijker werd (na 200 jaar isolatie), maakte de wereld voor het eerst kennis met Japanse kunst. Iedereen stond versteld van de schoonheid en originaliteit ervan. Alle fascinerende aspecten van het Japanse leven en de Japanse cultuur waren vastgelegd in houtsneden: indrukwekkende prenten van landschappen, vogels en bloemen, courtisanes en helden uit het verleden. Japanse kunst werd enorm populair in het westen en zou verschillende generaties westerse kunstenaars beïnvloeden, zoals Degas, Whistler, Van Gogh, Toulouse Lautrec en Aubrey Beardsley. De Japanse kunst werd op haar beurt beïnvloed door de Chinese kunst – wereldwijd werden ideeën uitgewisseld.

Impressionisten Impressionistische schilders zagen dat je met fotografie een moment kon vastleggen. Zij probeerden in hun schilderijen hetzelfde te doen. Ze wilden het leven schilderen zoals ze het zagen, dus verlieten ze hun bedompte atelier en gingen in de buitenlucht werken. Daar schilderden ze krachtige en kleurrijke impressies van buitentaferelen, met veel licht en schaduw. Ze mengden hun kleuren niet meer vooraf, en grove penseelstreken werkten ze niet meer bij. In plaats daarvan maakten ze dikke streken op het doek, en zelfs klodders pure verf, die zich optisch (voor het oog van de kijker) ‘vermengden’. Sommige kunsthistorici beweren zelfs dat de impressionisten misschien wel zijn beïnvloed door de uitvinding van verf in tubes! Vast staat wel dat het met tubes verf een stuk makkelijker was om buiten te schilderen.

Kubisten

Aan het begin van de twintigste eeuw ontstonden nieuwe ideeën over kunst. Kubistische kunstenaar zoals Georges Braque en Pablo Picasso zagen de wereld op een manier die totaal nieuw was – ze zagen blokken, bollen, kegels en cilinders. Ze gebruikten tonale aardkleuren en koude kleuren zoals grijs, zwart, blauw en groen. Ze schilderden objecten in één schilderij vanuit een groot aantal verschillende hoeken, en om het publiek nog meer in verwarring te brengen, lieten ze licht van alle kanten tegelijk komen.

Experimentele kunst

 

Experimentele kunstenaars geloofden dat kunst geen nabootsing van de natuur moest zijn, maar een uitdrukking van gevoelens door middel van lijnen en kleuren. Als we muziek zonder woorden hebben, waarom dan geen schilderijen zonder objecten? De Russische schilder Wassily Kandinsky was de eerste kunstenaar die een schilderij maakte zonder herkenbaar voorwerp of figuur. In plaats daarvan benadrukte hij het psychologische effect van pure kleur, die kunstenaar en toeschouwer met elkaar in contact bracht. Hij besteedde een groot deel van zijn leven aan pogingen om ‘muziek te schilderen’: hij gebruikte de kleur rood bijvoorbeeld om de toon van een trompet weer te geven, donkerblauw voor het geluid van de bas en tinten geel voor fluitklanken. Muziek werd ook de inspiratiebron voor een andere abstracte schilder: Paul Klee, een student van Kandinsky. Deze Zwitserse kunstenaar was eerst musicus voor hij zich aan de schilderkunst ging wijden. In zijn schilderij Fuga in Rood uit 1921 interpreteerde hij klassieke fuga’s als gradaties van kleur – gegroepeerde vormen konden herhaalde thema’s in muziek weergeven. Klee was ook geïnteresseerd in dromen, primitieve kunst en literatuur. Op sommige van zijn schilderijen zijn zwevende letters, komma’s en muzieksleutels te zien. Hij geloofde dat kunst kon ‘groeien’ of zich kon ontwikkelen, net zoals een krabbeltje tot iets herkenbaars kan worden omgevormd – bijvoorbeeld een kat of een hond. 

Installatiekunst

 

De term installatiekunst is bedacht in de jaren ’60 van de twintigste eeuw, maar de wortels van deze kunstvorm zijn al eerder aan te wijzen. Het werk 1200 zakken kool van Marcel Duchamp, uit 1938, is een van de eerste voorbeelden van dit soort kunst. Installatiekunstwerken kunnen niet worden bewaard, verzameld of gekocht, omdat ze vaak eenmalig worden tentoongesteld en niet kunnen worden herhaald. Het is een driedimensionale kunstvorm die het publiek probeert onder te dompelen in een zintuiglijke ervaring of omgeving.

Performancekunst

 

Performancekunst slecht de barrière tussen kunstenaar en publiek en stimuleert interactie tussen maker en kijker. Performancekunst heeft haar wortels in het theater, en is vaak een combinatie van beeldende kunstvormen, muziek, poëzie en dans. Deze kunstvorm zet mensen aan het denken en heeft vaak een politiek of maatschappelijk thema.

Fuga Een fuga is een muziekstuk waarin een korte melodie wordt geïntroduceerd en telkens herhaald in een Zsteeds weer andere vorm, soms met lagere of hogere tonen. Een beroemde componist van fuga’s was Johann Sebastian Bach (1685-1750). 

Arnold Schönberg

Arnold Schönberg of Schoenberg (1874-1951) en de Russische kunstenaar Wassily Kandinsky ontwikkelden een vriendschap die was gebaseerd op hun gedeelde opvattingen over kunst en muziek. Schönberg, die zowel beeldend kunstenaar als musicus was, werd geassocieerd met de abstracte stroming in de beeldende kunst. Maar zijn grote betekenis ligt vooral in zijn bijdrage aan de muziek. Hij was een pionier in de zogenaamde ‘atonale’ muziek – een term die hij zelf verwierp maar die nog altijd wordt gebruikt om zijn werk te omschrijven. Elk geluid en elke interval in zijn werk heeft een unieke waarde en plek – en hierin staat zijn muziek diametraal tegenover de melodische tonen en harmonieën van de klassieke Europese muziek.

Muziek en andere kunstvormen zijn een product van cultuur, plaats en tijd. De opkomst van moderne muziek (zoals jazz) aan het begin van de twintigste eeuw liep parallel aan de ontwikkelingen in de moderne kunst. Abstracte kunst werd in die tijd vaak afgebeeld op de platenhoezen. Tegenwoordig kunnen muziek en andere kunst elkaar beïnvloeden. Ze ontwikkelen vaak dezelfde ideeën, alleen via verschillende media.

(Advertentie)
(Advertentie)

 Leerdoel:

Ik weet hoe kunstenaars verf, licht, kleur en onderwerpen gebruiken om hun emoties uit te drukken

 

Onderzoeksactiviteit

Er is een bepaalde groep kunstschilders beroemd vanwege hun ‘impressies’ (indrukken)van de wereld. In de tweede helft van de negentiende eeuw gingen deze kunstenaars op een volkomen nieuwe manier naar licht en kleur kijken. Ze werden de ‘impressionisten’ genoemd, en zo noemen wij ze nu nog.

Stap 1:

In tweetallen ga je onderzoek doen naar het impressionisme.

Je gaat opzoeken:

  1. Welke stijl en welke manier van werken de impressionisten hadden 
  2. Waarom dit als revolutionair werd beschouwd
  3. De namen van enkele impressionistische schilders
  4. Een gedetailleerde beschrijving van één impressionistisch schilderij
  5. Hoe de impressionisten leefden, waar en hoe ze werkten, en welke onderwerpen ze het liefst schilderden
  6. Waar je hun werken tegenwoordig kunt zien

 

Stap 2:

We gaan naar buiten om daar een immpressionistische studie van de omgeving te maken. Je gaat foto's maken van het schoolterrein of de directe omgving. Belangrijk is dat je een foto maakt van natuurlijke vormen, zoals bomen, struiken en bloemen.

Stap 3

Samen bekijken we de foto’s die jullie hebben gemaakt, een kiezen we uit om een kleurenafdruk van te maken. Deze heb je nodig voor een volgende opdracht.

Leerdoel:

Ik weet dat Kunstzinnige Vorming zich bezig houdt met het overbrengen van een bepaalde kijk op de wereld

 

Onderzoeksactiviteit

In de tijd van de impressionisten kwam aan de andere kant van de wereld een ander soort kunst tot ontwikkeling – de Japanse grafische kunst. Japanse kunstenaars maakten zogenaamde houtsneden, prenten die werden gedrukt met behulp van uitgesneden houten blokken. Deze houtsnedeprenten werden over de hele wereld uitgegeven en verhandeld. Generaties kunstenaars zijn door deze kunst beïnvloed. Voorbeelden van deze kunst zien jullie terug onder het kopje "Japanse Kunst".

 

Stap 1:

Jullie gaan nu uitzoeken hoe Japanse houtsneden werden gemaakt.

  1. Welke onderwerpen gebruikten deze Japanse kunstenaars.
  2. Hoe gingen ze aan het werk.
  3. De rol van de seizoenen

 

Stap 2:

Je gaat nu zelf een eenvoudige tekening (schets) in deze stijl maken. Dus rekening houden met het seizoen, het weer en een onderwerp dat hier bij past.

 

Stap 3:

Als je schets klaar is ga je hem op het linoleum tekenen.

 

Stap 4:

Je gaat gutsen. Hiervoor moet je wel bedenken wat je afgedrukt wilt hebben. De hoge gedeelten zorgen voor de afdruk. Je gaat dus die stukken van je tekening weg halen, door te gutsen, die je niet op je tekening wilt hebben.

Als je klaar bent met gutsen kun je hem inrollen met verf en er een afdruk op a4 van maken.

 

Leerdoel:

Ik kan geconcentreerd naar een muziekstuk luisteren.

 

Onderzoeksactiviteit

Bestudeer de manier waarop Disney beeld (gekleurde driehoeken) en geluid (de vijfde symfonie van Beethoven) met elkaar combineerde in ‘Fantasia’ (2000).

Dit fragment van Fantasia is op YouTube te zien: www.youtube.com/watch?v=nMnlxYkZKaU

Op YouTube is deze video te zien van het stuk over Beethovens vijfde symfonie uit Disney’s ‘Fantasia’ (2000).

 

Stap 1

Speel deze video tweemaal af – de eerste keer luister vooral naar de muziek, en de tweede keer kijk je vooral naar de beelden.

Probeer nu antwoord te geven op de volgende vragen:

Laat de kinderen eerst antwoord proberen te geven op de volgende vragen:

  1. Welke instrumenten horen ze en in welke volgorde? 
  2. Welke instrumenten spelen samen? 
  3. Komen er solo’s in het muziekstuk voor? 
  4. Worden bepaalde muzikale stukjes herhaald? 

 

Stap 2:

  1. Beschrijf het verloop van de beelden, bijvoorbeeld: de driehoekjes worden eerst vissen en veranderen daarna in zwermen vogels.
  2.  Zoek naar andere visuele elementen, zoals water, licht, wolken, vuur, vulkanen. 
  3. Hoe is in deze animatie gebruik gemaakt van kleur? 
  4. Wat voor wereld beschrijft de muziek

 

Beethovens vijfde symfonie heeft geen woorden, dus heeft de kunstenaar/ animator zijn/haar eigen interpretatie aan de muziek gegeven.

  1. Waar doet de animatie hen aan denken? 
  2. Welke gevoelens roept die bij hen op? 
  3. Wat voor indruk geeft de animator van de wereld? 

 

 

 

 

Onderzoeksactiviteit

Je gaat nu zelf een stuk melodische muziek kiezen (een klassieke fuga of een jazz- of popnummer zonder zang) Dit muziekstuk ga je op dezelfde manier analyseren als in de vorige taak

 

Stap 1:

Kies je muziekstuk

 

Stap 2

Speel het muziekstuk tweemaal af.

Probeer nu antwoord te geven op de volgende vragen:

Laat de kinderen eerst antwoord proberen te geven op de volgende vragen:

  1. Welke instrumenten horen ze en in welke volgorde? 
  2. Welke instrumenten spelen samen? 
  3. Komen er solo’s in het muziekstuk voor? 
  4. Worden bepaalde muzikale stukjes herhaald? 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stap 3:

Sluit je ogen en maak spontaan tekeningetjes bij je muziekstuk.

Krijgen je van de muziek en je tekeningetjes een idee voor een verhaal?

 

Stap 4:

Sommige werken van de kunsternaar Paul Klee waren  uitwerkingen van krabbeltjes die hij tijdens het beluisteren van muziek maakte. Daar voegde hij woorden, letters en muzieknoten aan toe.

We gaan nu nog een keer het muziekstuk beluisteren. Tijdens het luisteren naar de muziek maak je tekeningen maken met een stift.

De krabbeltjes zoals je die bij stap 3 hebt gemaakt worden nu groter, ze gaan groeien. Als je krabbeltje je aan iets doet denken,  dan werk je dit verder uit. Alle tekeningen gaan we ophangen als  één groot ‘muzikaal muurkunstwerk’. 

Leerdoel:

Ik kan een muziekstukje componeren dat past bij de tekening

 

Onderzoeksactiviteit

Weet je nog dat je eerder onderzoek hebt gedaan naar het impressionisme in de schilderkunst? 

Bepaalde kunstenaars hebben  schilderijen gemaakt waarin ze niet elk detail lieten zien, maar alleen een ‘impressie’ van een bepaalde figuur of scène gaven. Sommige componisten ook wel ‘muzikale impressionisten’ worden genoemd, omdat ze in plaats van duidelijke muzikale frasen liever vage klankbeelden gebruikten om een bepaalde sfeer te creëren, een ‘impressie’ te geven. Debussy is een belangrijke impressionistische componist, die aan het eind van de negentiende eeuw actief was. Je kunt hiervoor luisteren naar zijn Preludes voor piano of naar de orkesttukken Nocturnes en L' apres-midi d'un Faune zodat je weet welke soort muziek jullie zelf moeten gaan maken.

 

Jullie gaan nu zelf een impressionistisch stuk muziek te maken dat past bij de impressionistische verftekening die je voor taak 1 van Kunstzinnige Vorming hebt gemaakt. 

 

Stap 1

Kijk eerst nog eens goed naar hun verftekeningen

  1. Wat gebeurt er in de scène? 
  2. Welke kleuren kunnen ze zien? 
  3. Welke stemming brengt de scène over? 
  4. Wat voor gedachten en gevoelens roept de scène op? 
  5. Wat voor klanken passen bij de scène en kunnen deze tot leven brengen?

 

 

Impressionistische muziek kun je vergelijken met het spel van het zonlicht in impressionistische schilderijen. De meest geschikte instrumenten de triangel, het klokkenspel, het bekken (lichtjes aangetikt met een drumstok), de xylofoon, de blokfluit, de dwarsfluit, de viool en de piano.

 

Stap 2:

In je groepje ga je de instrumenten kiezen en experimenteren met klanken die de sfeer of het thema van jullie verftekening weergeven. Het is een geluidsimpressie, een klankbeeld, gaan maken, je hoeft je dus niet druk te maken om details en om de afzonderlijke klanken.

 

Stap 3

Stel je voor hoe het zonlicht en de wolken (of de regen) zich in de door jou geschilderde scène beweegt  en  probeer om deze bewegingen na te bootsen met je instrumenten, zodat je verftekening tot leven komt!

Als je een muziekstukje hebt gemaakt neem je deze op en sla je hem ook op zodat we dit bij de presentatie kunnen laten horen. 

Onderzoeksactiviteit:

We gaan het nu hebben over de kunstenaar Paul Klee. Hij was een student van Kandinsky en ontwikkelde de muzikale schilderkunst verder.

 

Stap 1:

Je gaat eerst luisteren naar het volgende muziekstuk;  ‘Kunst van de fuga’ (Die Kunst der Fuge) van Bach.

Dat doe je door in de box in de eerste kolom op de juiste link te klikken.

 

Het schilderij ‘Fuga in rood’ van Paul Klee uit 1921 is van Klee’s visuele impressie van Bachs ‘Kunst van de fuga’ is. Het is als het ware een geschilderde weergave van dit muziekstuk. (Een fuga is een meerstemmig muziekstuk met als basis een kort melodisch thema dat telkens wordt herhaald en waarop wordt gevarieerd.)

Vergelijk Klee’s ‘Fuga in rood’ uit 1921 met Kandinsky’s ‘Impressie III (Concert)’ uit 1911.

Waarin verschillen ze van elkaar?

 

Stap 2

Je gaat nu in 2-tallen antwoorden zoeken op de volgende vragen bij het schilderij Fuga in Rood van Paul Klee.

  1. Welke kleuren zijn er gebruikt? 
  2. Waar zouden de kleuren voor kunnen staan? (Bijvoorbeeld voor de harmonie in de muziek.
  3. Waarom is de kleur rood geschakeerd? 
  4. Wat zou dat kunnen betekenen? 
  5. Waar zouden de verschillende vormen voor kunnen staan? 
  6. In welke richting gaan je ogen als je naar het schilderij kijkt?

 

Stap 3:

Je gaat nu naar een muziekstuk luisteren Op basis van deze muziek ga je een verftekening maken.

Dat doe je met maar 3 kleuren (wit en zwart en dan nog een eigen gekozen klleur). Het is de bedoeling dat je met die 3 kleuren de harmonie, het ritme en de melodie in het muziekstuk uitbeeldt.

Voordat je de echte verftekening maakt oefen je eerst even met het maken van de vormen en het mengen van de kleuren.